voor het ogenblik (o) (tijd) | provisoire (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | à présent (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | aujourd'hui (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | fugitif (m) (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | actuellement (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | non permanent (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | provisoirement (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | de nos jours (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | temporaire (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | passager (m) (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | éphémère (m) (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | maintenant (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | momentané (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | en ce moment (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | transitoire (o) (tijd) |
voor het ogenblik (o) (tijd) | temporairement (o) (tijd) |